Oud-bewoners van 't Sasje zijn hun buurtje niet vergeten. Op een reünie in september willen ze de hechte band aanhalen. (Foto: Ronald Kersten)

Reünie van kachelpijp, beschuitlip en anderen.

Een paar paarden en kippen zijn heer en meester op een kaal afgezet terrein. Duiven hebben van een verveloze, vervallen stacaravan hun huis gemaakt. Een oud bord verwijst naar de handel in oude metalen van de gebroeders Wery. Het zijn schamele herinneringen aan de amersfoortse volksbuurt 't Sasje.

De afbraak van volksbuurt 't Sasje in Amersfoort begon eind jaren '50 voor de aanleg van de tunnel die de binnenstad verbond met het Soesterkwartier en de Industriewijk. De afbraak duurde ruim 40 jaar. Oud-bewoners pleiten bij de gemeente voor een blijvende herinnering aan 't Sasje.

De stille triestheid van het braakliggende gebied staat in schril contrast met de warme levendigheid die het buurtje tussen Eemhaven en Amsterdamseweg in de afgelopen eeuw kenmerkte.
Wie er niets te zoeken had, kwam er ook niet. De Sassianen vormden een gemeenschap op zich. De bewoners van de ongeveer 120 arbeidershuisjes onder de rook van fabrieken hadden een hechte onderlinge band. Ze deelden lief, leed en armoede. De bewoners zijn noodgedongen allang vertrokken, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De meesten wonen nog in Amersfoort. De onderling band is niet verdwenen. Een aantal bewoners betreurt het dat niets tastbaars is overgebleven van 't Sasje. Daarom hebben ze het initiatief genomen tot het houden van een reünie op 30 september in het speeltuingebouw aan de Noordewierweg.

Herinnering

Daarnaast willen ze in samenspraak met de gemeente een blijvende herinering van het onvervalste volksbuurtje ergens op het terrein. "We denken aan behoud van straatnamen, een gedenkteken, of iets anders", aldus Arie Terschegget. Hij was de voorzitter van het gevormde feestcomité. "Het Sasje was altijd het kind van de rekening. Er werd nooit iets over het buurtje gezegd. Nu willen wij dat de gemeente ons iets geeft. We willen dat ook uit respect voor onze ouders die altijg hard hebben moeten knokken voor hun bestaan", aldus Terschegget. Hij vond een medestander in het PVDA-raadslid Kees Meijer die ooit aan de Gaslaan woonde. "Hij is helaas pas overleden. Hij deed veel voor ons. Wij zijn hem dankbaar voor zijn steun. Zijn vriend en wethouder Joop de Wilde wil ons nu met raad en daad bijstaan. We rekenen op de gemeente; het is een eerbetoon aan onze ouders", zegt Arie. Terschegget staat bekend als 'de Witte'. "Zet dat maar in de krant, dan weet iedereen over wie je het hebt." Zo hebben ze allemaal wel een bijnaam: De neus, de ooievaar, kachelpijp, beschuitlip, speknek en andere welluidende bijnamen passeren onder grote hilariteit de revue. Terschegget heeft wat oude kornuiten opgetrom-meld. Wery, Hilferink, Krijnen, Visser, Polhout, Den Ouden en anderen. Ieder heeft zijn eigen verhaal. Op de hoek van de Noordstraat/Eemstraat midden in het voormalige Sasje hebben ze zich verzameld. Daar op historische grond komen de herinneringen van vroeger van de overwegend 60-plussers in een

wilde stroom naar de oppervlakte. De groep van aanvankelijk 5 zwelt vanzelf aan. Want een echte Sassiaan fietst of rijdt nog regelmatig door zijn geliefde buurtje waar zijn roots liggen. Ze komen allemaal uit grote gezinnen die in te kleine huizen zonder comfort woonden. De jeugd leefde vooral op straat; brood in het vuistje. Ze laten met trots het 's'-tekentje van Sasje en stipje zien dat ze als stoere kwajongens in een geheim verbond tussen duim en wijsvinger met een lucifer lieten inschroeien. "We kregen er wel een pak op ons donder van onze ouders voor, maar dat hadden we er wel voor over", grijnst Jan Wery.
Het buurtje werd omringd door fabrieken. "Stinkfabrieken. Niemand die er iets over zei. We woonden pal achter de gasfabriek. Wij roken die vieze lucht niet meer. Mensen die hier doorkwamen knepen hun neus dicht. Het kan niet goed geweest zijn voor de gezondheid. Dat zou tegenwoordig toch echt niet meer worden toegestaan", zegt Marga Klaverstijn. Het enige voordeel van de gasfabriek was dat tussen de sintels nog kooltjes zaten die voor gratis warmte zorgden in de huisjes.
De vaders en zonen in 't Sasje waren handelaren, werkten in de haven, in de fabriek of stonden met waar op de markt. In het buurtje waren 4 groenteboeren en 3 kruideniertjes. "Als mijn vader terugkwam met de lompen kwam iedreen kijken of er nog wat van zijn gading bij zat. Over geld werd nooit gesproken; je hielp elkaar."

Kokosmakronen

Het waren geen lieve jongens, maar je kon de deur rustig open laten staan. De politie werd regelmatig gesignaleerd, maar dan kwam die op de koffie. Toegegeven, er werd ook wel eens iemand meegenomen naar het bureau. De groep wordt steeds uitbundiger. Weet je nog? Koekjesfabriek Van Someren? Bloemenkoopman Hemmie Hilferink: "Ze hadden alleen gevulde koeken en kokosmakronen. Op een keer hadden we makronen gejat. Bleken ze ingespoten met gif om zo de muizen uit te schakelen. We moesten met z'n allen naar het ziekenhuis om onze magen te laten leegpompen."En ja, de kippen moesten ook eten. Bij graanhandel Cova aan de Eem lag toch genoeg? De 'ouwe' van Ben den Ouden was grond-werker. Het was in het gezin met 9 kinderen verre van een vetpot. "Er was vaak nog geen kwartje in huis. Als er iemand geld had, dan had iedereen het. Je gunde elkaar alles. Die warmte, dat is weg. Dat kom je nergens meer tegen.


< vorige