Aan het eind van de middag was het laatste huisje weg en restte een lege vlakte.

Eerste woning sneuvelt als laatste

Een traan en een lach bij de sloop van het laatste huis van volkswijk 't Sasje


Met een foto waarop ze nog met hun vader staan, poseren Jan (links) en Kees Wery voor hun ouderlijk huis dat zo dadelijk gesloopt zal worden.
't Sasje, ooit een volkswijk pur sang, bevond zich tussen de Amersfoortse Eemstraat-Oost, Amsterdamseweg en de Kleine Koppel. Gisteren verdween de allerlaatste herinnering met de sloop van het huis waar Jan en Kees Wery en hun zussen zijn geboren. De broers zetten de handel in vodden en metalen, die door hun vader was opgezet, van daaruit voort. Nu hebben ze een nieuwe werkplek. Met een brok in de keel stonden ze gisteren naar de sloop van het dierbare ouderlijk huis te kijken.

De Wery's zijn zo dol op het verdwenen huis, dat ze het hebben laten schilderen.

De dragline-bestuurder is de beroerdste niet. Op verzoek van de broers Wery wacht hij tot de foto's zijn genomen. De Wery's poseren stram voor hun ouderlijk huis dat zo dadelijk gesloopt zal worden. Hun ouders kregen het 58 jaar geleden toegewezen. En toen zijn ze hier geboren; eerst Jan, toen Kees en daarna kwamen de meiden. "Weet je nog Kees? Toen moesten we op zolder slapen".

Het huis is er sinds gistermiddag niet meer. De dragline begon als een voorzichtig happend dier, maar werd allengs driester. Een dakgoot ging er krakend af en nam wat dakpannen mee. Die vielen kletterend te pletter. En zo ging het verder. Droge, knappende geluiden en stofwolken. Zoals het ooit uit hout en steen werd gebouwd, zo verdwijnt het nu in omgekeerde volgorde. "Daar was ons eerste slaapkamertje", zegt Jan, terwijl de metalen muil een fors stuk dak wegsleurt. Dit huis, zegt Jan, heeft alle lief en leed van de Wery's meegemaakt. Alle vijf werden ze hier geboren en ze trouwden ook vanuit dit huis. Jan heeft zijn vader hier tot zijn laatste uur verzorgd. Het was ook het eerste huis van de roemruchte volkswijk 't Sasje. Dat het nu het laatste is dat tegen de vlakte gaat, daar moet wat achter zitten. Het moet voorbestemd zijn, weten Jan en Kees zeker. Een echt warme buurt was 't Sasje, vertellen de Wery's. er woonde een slag mensen dat het hart op de tong had. Wie hier woonde moest vechten om te overleven. Tussen rook en smook liepen kippen rond. De straten waren ongeplaveid. Je zou het nu een zooitje noemen, maar de gemeenschap was hecht. Jan mijmert over warme avonden waarop hij accordeon speelde en dat de mensen uit de buurt zongen en een dansje maakten. Hun ouders, vertellen de Wery's, zwoegden van de ochtend tot soms diep in de nacht om alle monden te voeden. Hun vader deed alles waarmee wat te verdienen viel. Hij loste schepen die aan de Koppel afmeerden, verkocht in de winter riemen voor de doorlopers en chocolademelk aan de schaatsers. Hij had allerlei handeltjes, maar vooral zat pa Wery in de vodden en oud ijzer. Die handel sloeg hij op aan huis. Jan en Kees hebben heel wat moeten zwoegen om oud papier in balen te persen. Pa Wery's transportmiddel was een bakfiets. Hun moeder deed wat bijna alle Sasje--bewoners deden: ze hield kippen voor de eieren en het vlees. Kippenvoer haalden Sasje-bewoners uit de Koppelhaven, waar tijdens de overslag van meel en veevoer alijd werd gemorst.


Zo vervoerde pa Wery de vodden en metalen, en zo deden de broers het ook nog een hele tijd.

Trap

"Daar gaat de trap", roept Jan. Hoe vaak heeft hij die trap op en neer gelopen? Nu kan iedereende zolder zien, waar de twee broers sliepen. "We hadden foto's van blote meiden tegen de zoldering geplakt", gniffelt één van de Wery's. Gehuild heeft hij, vertelt Jan, toen hij 1 dag vóór de sloop, samen met zijn vrouw de vloerbedekking uit het huis heeft getrokken. Maar toen hij de deuren achter zich had dichtgetrokken, zwoer hij er nooit meer binnen te zullen gaan. "Je moet er een keer een punt achter zetten." Het sloopbedrijf hebben Jan en Kees Wery tot aan de dag van vandaag voortgezet. "Uit eerbied voor onze vader", zegt Jan. Steeds borrelen de verhalen over hun vader op. Dat Jan accordeon speelt, heeft hij aan pa te danken. Die verkocht een keer zijn hele handel om de 150 gulden die het instrument kostte, op te kunnen brengen. Jan kreeg muziekles van iemand die aan huis kwam. Pa moest daar elke keer vijf gulden voor schokken, een immens bedrag in die tijd. "Laten we een bakkie gaan doen", stellen de Wery's voor. Jan's vrouw Annie schenkt koffie met opgeklopte melk in de nieuwe loods-met-kantoor die de broers aan de Havenweg hebben betrokken. Ze zijn 'groots, heel groots' op deze nieuwe locatie die ze van de gemeente toegewezen hebben gekregen. Het gesloopte ouderlijk huis op 't Sasje was jaren hun uitvalsbasis, maar dat is nu definitief geschiedenis. "Moet je zien wat een mooie ruimte we hier hebben", zeggen de broers. Alleen de warmte die daar in de volkswijk hing is weg. Maar Henk, hun vader, beziet hun vooruitgang met voldaanheid. "Zeker weten!", zegt Jan.

'Groots' zijn ze op hun nieuwe werklocatie aan de Havenweg.

De buurt kijkt mee naar het verdwijnen van de laatste sporen van de roemruchte volkswijk 't Sasje.

< vorige